Terug

De 'onbewuste' verslaving

Verslavingsgedrag is slechts gedeeltelijk te verklaren vanuit bewuste motieven. Een groot deel verloopt via automatische of ‘onbewuste’ processen in de hersenen.

'onbewuste' verslaving

Functioneel gedrag?

Verslaving of afhankelijkheid van een middel wordt dikwijls verklaard als een verschijnsel dat verbonden is met onderliggende problemen. Daaruit zou volgen dat wanneer de onderliggende problemen worden opgelost, de verslaving ook meteen verdwijnt.

In een eenvoudig voorbeeld zou dit het volgende betekenen:
Ik voel me angstig of somber, maar als ik cocaïne voel ik me beter en lijken mijn zorgen te verdwijnen. Als de onderliggende problemen waardoor ik me angstig of somber voel worden opgelost, dan hoef ik niet meer overmatig te gebruiken want ik voel me beter. Ik kan dan terug matig gebruiken zoals anderen…

Een andere verklaring die aansluit bij de voorgaande, verklaart verslaving als een leerproces. Er hoeven dan niet noodzakelijk onderliggende problemen te zijn. Je hebt geleerd dat alcohol of drugs prettige effecten heeft (het geeft een ‘kick’). Dus je gebruikt telkens als je een ‘kick’ wilt voelen. Door dat leereffect kan je echter te veel gaan gebruiken. Maar als je dan ‘wilskracht’ inschakelt en daarnaast andere manieren vindt om ook dat prettige effect te ervaren, dan hoef je niet meer (te veel) te gebruiken. Probleem opgelost…

Misschien kunnen bovenstaande oplossingen werken wanneer er slechts gedurende een korte tijd overmatig drugs gebruikt werden. Bijvoorbeeld als gevolg van een tijdelijke crisis. Maar de praktijk leert dat het er doorgaans anders aan toegaat.

Overmatig drinken en druggebruik begint inderdaad vaak naar aanleiding van problematische situaties of van impulsiviteit (‘kicks’ opzoeken). Drinken of ander druggebruik kan dan een duidelijke functie in iemands leven krijgen. Het dient ergens voor, namelijk pijnlijke gevoelens verzachten of de behoefte aan kicks bevredigen.

Dit mechanisme zorgt ervoor dat het gebruik in stand gehouden wordt en toeneemt. Uiteindelijk kan dit uitlopen op ‘verslaving’. Je kan niet meer zonder. Maar de verslaving zelf zorgt alleen maar voor nog meer ellende. Waarom blijf je dan toch doorgaan, terwijl dit tegen alle logica ingaat?

Paard en ruiter

verslaving paard en ruiter

Zelfs in onze normale (nuchtere) staat zijn we geen louter rationele wezens die enkel bewuste en weloverwogen beslissingen nemen. Ongeveer de helft van de tijd handelen we op automatische piloot. We nemen dan snelle beslissingen waar we niet over nadenken.

Simpel gezegd zijn er twee systemen in de hersenen die ons gedrag sturen. Om dit duidelijk te maken kan de beeldspraak van paard en ruiter gebruikt worden.

  • Het paard = impulsief, snel, automatisch (‘onbewust’), korte termijn perspectief
  • De ruiter = reflectief (denkt na), trager, controleert (kan gedrag afremmen), houdt rekening met doelen in de toekomst

Het paard is vaak nodig om snel te handelen, bijvoorbeeld om op de vlucht te slaan bij gevaar. Het paard reageert daarnaast snel als er een beloning voor het grijpen ligt. Bijvoorbeeld lekker eten, maar ook een prettig gevoel van alcohol of andere drugs.

De ruiter zorgt er anderzijds voor dat we onszelf kunnen afremmen, planmatig tewerk gaan en rekening houden met de langere termijn. Bijvoorbeeld druggebruik uitstellen omdat we andere dingen moeten doen of er rekening mee houden dat gebruik ons eerst een goed gevoel zal geven, maar daarna vervelende consequenties heeft.

Ideaal gezien houden paard en ruiter elkaar in evenwicht. Al is het zo dat sommige mensen een ‘wilder’ paard hebben en anderen een in verhouding ‘sterkere’ ruiter. Dit wordt deels bepaald door erfelijkheid, maar ook deels door de opvoeding en de levensomstandigheden.

De weg naar verslaving kan daarom voor verschillende groepen van mensen via andere mechanismen verlopen:

  • Mensen met een wild paard laten zich meer drijven door impulsiviteit en sensatiezucht. Daarom experimenteren ze doorgaans vroeger met alcohol en andere middelen. Dit is over het algemeen niet om problemen te vergeten (tenzij om verveling tegen te gaan), maar om een wild en meeslepend leven te leiden. In deze groep vormen jongens en mannen de meerderheid.
  • Mensen met een sterkere ruiter die te maken krijgen met angsten of depressieve gevoelens, zullen eerder geleidelijk ervaren dat alcohol of andere middelen hen een prettiger gevoel kan geven. Minstens tijdelijk worden hun beslommeringen lichter om dragen. Komt er echter een sterke gewoontevorming tot stand, dan  kan een vicieuze cirkel ontstaan waardoor de problemen steeds groter worden. In deze groep zitten relatief veel vrouwen.

Paard en ruiter uit evenwicht

automatische processen bij verslaving

Soms geraken paard en ruiter op een natuurlijke wijze uit evenwicht. Dit is met name zo tijdens de puberteit en de adolescentie. De ontwikkeling van onze hersenen geeft tijdens deze periode in eerste instantie een ‘boost’ aan het paard. Dit heeft ook een functie. Pubers moeten zich leren losmaken van hun ouders en de wereld gaan verkennen, waar ze hun plaats in moeten vinden.

De ruiter daarentegen ontwikkelt zich trager. Zelfregulatie en rekening houden met doelen op langere termijn, hinken dus wat achterop. Tegenwoordig neemt men aan dat de hersenen pas rond 24 jaar volgroeid zijn (wat niet betekent dat ze verder nooit meer zullen veranderen).

Alcohol- en druggebruik zijn een externe factor die eveneens het evenwicht tussen paard en ruiter kunnen beïnvloeden. Het verstoort immers de normale werking en ontwikkeling van onze hersenen. Bij overmatig en langdurig gebruik niet enkel op het moment zelf (het onder invloed zijn), maar ook op langere termijn (dus zelfs wanneer je niet onder invloed bent).

Verslaafde hersenen

verslaafde hersenen

Langdurig te veel drinken of drugs gebruiken blijkt veranderingen teweeg te brengen in het motivatie- en het beloningscentrum van onze hersenen. Bij een zich ontwikkelende verslaving worden de automatische processen (het paard) steeds sterker, terwijl de zelfcontrole (de ruiter) verzwakt.

Vaak zijn het dan de onbewuste (automatische) processen die aansturen op verder middelengebruik, terwijl de controlerende processen het laten afweten. Door dat laatste worden soms keuzes gemaakt die ingaan tegen wat iemand wil. Onze vrije wil schiet tekort. Onze zelfcontrole laat het vaak afweten.

Wat kunnen we leren uit recente onderzoeken op gebied van cognitieve psychologie en de neurobiologie bij mensen die langdurig overmatig drinken of andere drugs gebruiken?

'Aandachtsbias'

Wanneer iemand verslaafd is wordt de aandacht overmatig toegespitst op alles wat met het begeerde middel te maken heeft. Zelfs tijdens een intensief gesprek kan de aandacht van een cocaïnegebruiker onmiddellijk afdwalen wanneer ergens op de achtergrond objecten te zien zijn die geassocieerd worden met gebruik (bijvoorbeeld een spiegeltje). Vergelijk het met overal in het verkeer een Mercedes te zien, wanneer je van plan bent een Mercedes te gaan kopen.

Automatische geheugenassociaties

Zelfs wanneer je in nuchtere toestand alle zwaarwegende nadelen van gebruik kan opsommen, kunnen die als bij toverslag verdwijnen wanneer je een favoriete kroeg of dancing binnenstapt. Enkel de leuke voordelen lijken dan nog een rol te spelen.

Automatische gedragingen

Een sterke neiging om ‘onbewust’ alcohol- of druggerelateerde situaties op te zoeken. Bijvoorbeeld: als ‘bij toeval’ in de buurt van je stamkroeg belanden, of in het stadsdeel waar je dealer actief is, of op een ontmoetingsplaats van collega-gebruikers.

Het onderscheid tussen ‘wanting’ en ‘liking’

Recent neurobiologisch onderzoek suggereert dat de dopaminehuishouding (dopamine is een belangrijke neurotransmitter) ernstig kan verstoord worden door langdurig en overmatig gebruik van alcohol en drugs. Wanneer je verslaafd bent, word je hyperalert voor alle prikkels die een dopamineverhoging aankondigen, hoewel dopamine niet noodzakelijk zou zijn om genot te ervaren zoals vroeger gedacht werd.

De heftige hunkering naar een middel (of craving) blijkt bij iemand die verslaafd is niet meer zozeer gericht te zijn op het genot dat verwacht wordt (liking), maar op de inname zelf (wanting). De alcohol of drugs zelf zorgen niet langer voor de grootste genotsgevoelens, vaak zelfs integendeel. M.a.w. de lastige hunkering of craving  doen ophouden wordt belangrijker dan de genotservaring zelf.

De afname van zelfregulering

Ander neurobiologisch onderzoek laat zien dat de mogelijkheid tot zelfregulatie, naast andere intellectuele vaardigheden,  op hersenniveau gaat afnemen. Er ontstaat verminderde activiteit in de prefrontale cortex, waardoor impulsiviteit niet langer afgeremd wordt, met toenemend riskant gedrag tot gevolg. En/of er ontstaat overactiviteit in de orbito-frontale cortex, wat dwangmatig handelen kan versterken (handelen ‘tegen beter weten in’).

De onbewuste verslaving

vicieuze cirkel alcohol

Te veel drugs gebruiken is niet louter het gevolg van bewuste beslissingen of van een bewust leerproces. Overmatig drugs gebruiken verstoort immers op de lange duur de normale werking van onze hersenen. Er treden dan automatische of ‘onbewuste’ processen in werking, die onze verstandelijke vermogens (op z’n minst tijdelijk) het nakijken kunnen geven .

Eens een verslaving geïnstalleerd is, kan de vicieuze cirkel blijven draaien los van het feit of onderliggende problemen opgelost geraken of de behoefte aan kicks anders gekanaliseerd wordt. M.a.w. zelfs als de functie van het gedrag wegvalt, kan het gedrag blijven bestaan.

Vandaar de machteloosheid die je kan ervaren wanneer je als individu de verslavingscirkel wil doorbreken. Dit komt tot uiting in de soms bijna onbedwingbare dwang die ervaren wordt om het middel te gebruiken, terwijl je ‘ergens weet’ dat dit geen verstandige keuze is. Ervaringsdeskundigen die herstelden van een alcoholverslaving spreken daarom soms over ‘het drankduiveltje’.

De gevolgen voor herstel

herstel verslaving

Al het voorgaande betekent niet dat er geen hoop zou zijn wanneer je verslaafd bent. Er zijn talloze voorbeelden van mensen die zwaar verslaafd waren en die er toch in slaagden de neerwaartse spiraal te doorbreken. Soms zelfs zonder therapie of begeleiding.

Het betekent wel dat je rekening moet houden met die ‘onbewuste’ aspecten van verslaving. Het uiteindelijk doel is niet om de zin in een middel te onderdrukken (liking), maar om de innamedrang zoveel mogelijk te hinderen (wanting). Een belangrijk punt is de ‘scenario’s’ ontdekken die tot gebruik leiden.

Inzicht krijgen in eventuele onderliggende problemen of persoonlijkheidskenmerken kan daarnaast zeer leerrijk en verrijkend zijn, maar is doorgaans niet voldoende om je leven terug op het goede spoor te krijgen. Zeker niet als je er vanuit gaat dat je daarna dan ‘zonder problemen’ kan gebruiken.

Tijdens het herstelproces (al dan niet begeleid door een hulpverlener) is het van belang aandacht te schenken aan de automatische processen. Naast eventuele onderliggende emotionele, relationele of sociale problemen. Hiervoor kan de paard-en-ruiter beeldspraak gebruikt worden. Enerzijds zijn er mogelijkheden om het paard ‘te temmen’(*), anderzijds kan de ruiter versterkt worden.

  • Vooreerst is het een goed idee om het gebruik van het middel, of sterke zin in dat gebruik, gedurende een periode te registreren: wanneer, hoeveel, waar, welke omstandigheden, met wie,… Hiervoor kan bijvoorbeeld het alcohol- of drugdagboek in onze programma’s ingezet worden. Op zich blijkt dit vaak te kunnen helpen om meer zelfcontrole te krijgen, want het zet aan tot nadenken (de ruiter).
  • Het registreren geeft je een beeld van uitlokkende situaties, die heel divers kunnen zijn. Daarna kan bekeken worden welk alternatief gedrag kan gesteld worden, maar ook wat je zelf al deed om het ongewenste gedrag niet te stellen. Onderzoek toonde aan dat het formuleren van een ‘als-dan intentie’ een sterk hulpmiddel is.
    Bijvoorbeeld: als ik gespannen thuiskom, dan ga ik de hond uitlaten, hardlopen, gitaar spelen, of wat je ook maar wil.
  • Dergelijke probleemanalyses en het zoeken van een alternatief, dwingen je letterlijk om na te denken over alternatief gedrag (versterkt de ruiter) wanneer zich een uitlokkende situatie voordoet.
  • Verder is het een prima idee om energie te investeren in positieve activiteiten die niet goed samengaan met het problematische gedrag. Zoals: je bekwamen in een creatieve vaardigheid, sporten, een reis plannen, je engageren voor een goed doel, enz. Alles wat je stuurt in de richting van een meer waardevol leven, helpt om je zelfdiscipline (de ruiter) te versterken.
  • Bepaalde vormen van mindfulnesstraining blijken voor sommige mensen behulpzaam te zijn. Je kan leren ‘te surfen op craving’. Sterke zin om een middel te gebruiken doet zich immers voor als een plotse hoge golf, die echter na korte tijd weer overgaat. Om terug te komen op onze beeldspraak: de ruiter kan leren om de neigingen van het paard op vriendelijke, maar besliste wijze te negeren.
  • Terugval, die vaak te verwachten valt, kan geïnterpreteerd worden als een tijdelijke overname door het paard. Hoewel onmacht- en schaamtegevoelens dan sterk kunnen opzetten, is het vooral een leermoment. Je kan opnieuw op zoek gaan naar de uitlokkers die de innamedrang ruim baan gegeven hebben.

(*) Er zijn ondertussen programma’s ontwikkeld om impulsieve toenaderingstendensen tot alcohol of drugs (het paard) letterlijk weg te trainen. Proefpersonen die alcoholafbeeldingen op een computerscherm van zich wegduwden tijdens herhaalde trainingen, hadden nadien minder kans op terugval. Op voorwaarde dat deze trainingen samen gebeurden met een meer algemene begeleiding rond andere aspecten.

Besluit

uitweg uit alcoholverslaving

Naast gesprekstherapie en eventuele ondersteuning met medicatie, zal je jezelf moeten trainen om mogelijke valkuilen te voorzien en te omzeilen. Want terugval in gebruik is vaak een automatisch of ‘onbewust’ proces. Als je in begeleiding bent dan kan aandacht voor dit mechanisme ook best in de begeleiding geïntegreerd worden.

Je kan je leven beïnvloeden, ook wanneer je verslaafd geraakt bent. Maar meestal op een onrechtstreekse manier, omdat automatische processen zich moeilijk rechtstreeks laten beïnvloeden. Als je een waardevol leven als doel wil stellen, dan moet je het paard leren kennen en het als ruiter leren besturen. Tenslotte ben jij zowel paard als ruiter.

Bronnen

  • Berridge, K., Robinson, T. (2016). Liking, Wanting and the Incentive-Sensitization Theory of Addiction. American Psychology.
    https://goo.gl/r7Hfdm
  • De Witt Huberts, J., Van Holst, R., Merkx, M. (2011). Alcoholafhankelijkheid: een inadequate copingstrategie? Nieuwe inzichten in de werkingsmechanismen van CGT uit neurobiologisch onderzoek. Directieve Therapie.
    pdf: https://goo.gl/tB8cC
  • Dr. Peter Joostens. Neurobiologie van de verslaving (pdf)
  • Franken, I., Wiers, R. (2013). Motivationele processen bij verslaving: de rol van craving, salience en aandacht. Tijdschrift voor Psychiatrie.
    pdf: https://goo.gl/tB8cC
  • Kahneman, D. (2011) Thinking, Fast and Slow, Farrar, Straus and Giroux. New York.
  • Van Deun, P. (2017). Verslaving: van instrumenteel naar impulsief en automatisch gedrag. Tijdschrift Klinische Psychologie.
    pdf: https://goo.gl/K37zAK
  • Wiers, R., Van Deursen, D., & Wolf, A. (2013). Train je verslaving weg! Cognitieve trainingen bij verslavingsgedrag. Directieve Therapie.
    pdf: https://goo.gl/tB8cC
  • Wiers, R. (2013). Grip op je problemen. Cognitieve training bij verslaving en angst. Uitgeverij Bert bakker. Amsterdam.

Terug